Tips om met bewegend leren aan de slag te gaan in je klas

Roos springt enthousiast op één been en roept: “Meester, ik weet het, het is A!”. Lucas daarentegen zwaait wild met zijn armen: “Nee, het juiste antwoord is B!”.
Andere leerlingen springen om het hoogst in de lucht. Klinkt als een klas op stelten?

Nee hoor! Het loont namelijk om leerlingen in de lagere school meer te laten bewegen tijdens de lessen. Er is steeds meer wetenschappelijk bewijs dat bewegingsintegratie een positieve invloed heeft op het cognitief functioneren van leerlingen.

 

Wat is bewegingsintegratie?

In het boek ‘Leren in beweging’ (Acco 2019: Marie Vandebroek, Astrid Geunes, Cindy Rutten) definiëren we ‘bewegingsintegratie’ als bewegend leren of leren in beweging. Het omvat alle activiteiten die de leerkracht in de klaspraktijk kan toepassen met het oog op het bereiken van kennis, vaardigheden en attitudes enerzijds, en het verhogen van de fysieke activiteitsgraad anderzijds.

Beweging in de hersenen

Regelmatige deelname aan sport- en beweegactiviteiten brengt veel teweeg in jonge hersenen. Het leidt tot veranderingen in de hersenstructuur:

  1. een verhoogde aanmaak van zenuwcellen;
  2. meer verbindingen tussen zenuwcellen;
  3. een verhoogde synapsplasticiteit (het vermogen om de verbinding tussen twee zenuwcellen van sterkte te veranderen);
  4. een betere doorbloeding van de hersenen;
  5. activatie van het centrale zenuwstelsel;
  6. een verhoging van stoffen zoals adrenaline en dopamine.

Wat merk ik daar als leerkracht van in de klas?

Vraag je je nu misschien af. Er is licht bewijs voor een effect van sport en bewegen tijdens de schooluren op het geheugen, de aandacht en concentratie en het gedrag in de klas, maar dat bewijs is nog niet sterk en niet eenduidig.

Maar mijn leerlingen worden er wel fitter van?

Dat klopt! Dat effect is natuurlijk wel afhankelijk van de intensiteit, de duur en het type activiteit. Daarnaast is er ook krachtig bewijs voor het effect van sport en bewegen op motorische vaardigheden en beweegvaardigheden. Zo zouden leerlingen die voor hun zevende jaar zulke vaardigheden verwerven, een blijvende voorsprong hebben op leerlingen die dat niet doen.

En de schoolprestaties? Hoe zit het daarmee?

Fysieke activiteit verandert de hersenfuncties en de cognitie (aandacht, informatieverwerking, geheugen en uitvoerende functies) van leerlingen. Bijgevolg wordt vaak gedacht dat fysieke activiteit ook de academische prestaties verbetert, al is daar nog geen eenduidigheid over.

Wordt bewegingsintegratie al toegepast?

Zeker. De feedback van leerkrachten die bewegingsintegratie toepassen werd ook verzameld voor 'Leren in beweging'. Zij gaven diverse versterkende en belemmerende factoren aan.

Belemmerende factoren:

1. Tijd en ruimte is gerelateerd aan het aantal leerlingen in de klasgroep;

2. Leerkrachten vreesden voor de praktische organisatie;

3. Niet iedereen is gemotiveerd om deel te nemen.

Versterkende factoren:

1. Leerlingen hebben veel energie, die ze kwijt kunnen tijdens de bewegingsoefeningen;

2. Leerlingen hebben niet het gevoel dat ze aan het leren zijn tijdens bewegingsintegratie;

3. Leerlingen onthouden de leerinhouden beter.

Ondanks de belemmerende factoren waren de leerkrachten toch geneigd om bewegingsintegratie te blijven toepassen vanwege de vele voordelen die daaraan verbonden zijn. Het loont dus écht de moeite om meer te bewegen tijdens de lessen. 

3 activiteiten bewegingsintegratie rekenen (vanaf groep 3)

€ 0,- gratis download

Wil je actief aan de slag gaan met rekenen? In deze download (uit: Leren in beweging) ontdek je drie activiteiten bewegingsintegratie voor rekenen.

Bekijk ook

Leren in beweging

Didactiek van het bewegingsonderwijs

Speelkriebels les voor kleuters

€ 0,- gratis download

Wil je actief aan de slag gaan met kleuters? In deze download (uit: Speelkriebels voor kleuters) vind je een uitgewerkte les voor kleuters van 4 tot 6 jaar.

Bekijk ook

Bestseller

Speelkriebels voor kleuters

Speel je vrij!